Veel is eigenlijk al geregeld als je de GCC 2019 toepast.

Tafelgenoot #14

Uit Tuinkamersessie #14

In 2018 bespraken we tijdens Tuinkamersessie #2 de rol en positie van de raad van toezicht, expert was dr. mr. Marleen van Uchelen-Schipper die op dit onderwerp is gepromoveerd. De Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen kwam toen al even aan bod, maar was op dat moment nog ver weg.

Twee jaar later is de start van de wet binnen afzienbare tijd (1 juli 2021) een feit. En daarom voor Platform Governance in Cultuur reden om voor Tuinkamersessie #14 Marleen van Uchelen-Schipper opnieuw uit te nodigen. Op 9 februari jl. heeft zij de Tafelgenoten digitaal bijgepraat over de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen en de praktische gevolgen voor culturele instellingen.

Belangrijke aanleiding voor het ontwikkelen van de wet is het rapport Halsema (2013) waarin wordt gezegd dat de taken van bestuur en toezichthouder duidelijk moeten zijn. Dit is een van de onderdelen van de wet.

Hoofdpunten

# Drie in plaats van twee besturingsmodellen:

  • Bestuur (plus directie) model
  • Monistisch bestuurmodel (one tier board)(uitvoerend en niet-uitvoerend bestuurder in één statutair orgaan)
  • Raad van toezicht model (bestuur en raad van toezicht)

# Regeling meervoudig stemrecht, incl. staking van stemmen

# Tegenstrijdig belangregeling (vaak geregeld via GCC 2019)

# Belet en ontstentenisregeling

Bovenstaande punten moet je checken in je statuten. Denk ook aan je reglementen. De aanpassing hoeft niet direct, maar wijzigen van strijdige/ontbrekende regelingen is wel aan te raden.

Reflectie op de nieuwe wet

# De regeling van belet en ontstentenis ontbreekt vaak in statuten; belet betreft het tijdelijk niet kunnen vervullen van de bestuurderstaak (door bijv. langdurig ziekte) en ontstentenis wanneer iemand niet meer in functie is (ontslag). De statuten dienen op te nemen hoe de vertegenwoordiging in dergelijke gevallen wordt opgevangen.

# Aansprakelijkheid: het gaat vooral om aansprakelijk worden gesteld voor onbehoorlijke taakvervulling bij faillissement. Dit punt gaat door de wet gelden voor (bezoldigde én onbezoldigde) bestuurders en toezichthouders bij alle rechtspersonen.

# Toezichthouder mag ook commissaris genoemd worden. Bij benaming RvC lijkt afstand nog groter te worden dan bij RvT. Het kan echter ook bijdragen aan bewustwording van de verantwoordelijkheid.

# Drie besturingsmodellen: Waarom een one tier board? Ooit bedacht voor commerciële nv/bv om keuzevrijheid te geven in model. Echter minder gebruikt dan ooit gedacht. Wellicht zou het in cultuur werkbaar zijn voor startende clubs. En wellicht is de stap van raad van toezicht naar one-tier niet een vanzelfsprekende, maar die van bestuur plus directie-model naar one-tier wel. Voorbeelden: CelloBiennale en Vereniging Rembrandt.

# Benoeming en herbenoeming bestuurder en toezichthouder dient beschreven te worden. De herbenoeming veronderstelt een beoordelingsmoment waarover ook onderbouwing moet worden gegeven. Waar die onderbouwing zichtbaar wordt gemaakt, wordt niet in de wet benoemd.

# Eisen omtrent informatievoorziening: tijdige informatie die nodig is voor de uitoefening van de toezichthoudende taak. Minstens 1x per jaar schriftelijk hoofdlijnen strategisch beleid, risico’s en beheers- en controlesystemen. Advies is om een uitgebreid informatieprotocol op te stellen.

# Meervoudig stemrecht: een bestuurder/RvT-lid kan niet meer stemmen uitbrengen dan de andere bestuurders/RvT-leden tezamen. Een doorslaggevende stem bij staking van stemmen tussen twee bestuurders geldt ook als meervoudig stemrecht. Bij staken stemmen binnen bestuur kun je een escalatieregeling opnemen: rvt geeft advies. Vervolgens heeft bestuur daarover gesprek en moet daarover opnieuw besluiten. Dan is er formeel toch een besluit van het bestuur.

# Een lid van de raad van toezicht neemt geen taken over van bestuur, ook niet tijdelijk. Als dit wel gebeurt, kun je vervolgens als lid niet meer terug in de raad van toezicht. GCC 2019 Principe 3, Aanbeveling 3 stelt: een voormalig lid van het bestuur kan gedurende een periode van vier jaar geen toezichthouder van de organisatie zijn (GCC 2013 benoemde dat nog anders.)

Verder lezen